Zorgpad COPD

Wat is COPD?

COPD is een verzamelnaam voor onder meer de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem. Het is een ziekte waarbij de longen altijd vol zitten met kleine ontstekingen, die blijvende schade veroorzaken. COPD is helaas niet te genezen. COPD wordt meestal veroorzaakt door roken.

Signaleringsfase: Hoe herkent u COPD?
Signaleren is het vernemen of zien van klachten. Als u COPD heeft, heeft u daardoor vaak adem tekort. Bijvoorbeeld bij het traplopen, werken of aankleden.

Dit zijn symptomen van COPD die veel voorkomen:

• Benauwdheid
• Hoesten
• Kortademig zijn
• Door bovenstaande klachten verbruikt het lichaam veel energie, daarom kan het zijn dat u vaak moe bent, weinig spierkracht heeft of gewicht verliest.

Diagnosefase: Onderzoeken en uitslag
De medewerkers van Gezondheidscentrum de Monden kunnen u doorverwijzen naar uw huisarts. U kunt natuurlijk ook zelf contact opnemen met uw huisarts. Uw huisarts zal een lichamelijk onderzoek doen zoals luisteren naar uw longen, en eventueel een bloedonderzoek laten doen, uw zuurstofgehalte in het bloed bepalen of een röntgenfoto laten maken. De praktijkondersteuner is uw centrale aanspreekpunt, uw casemanager. Zij zal een vragenlijst met u doornemen en een longfunctietest doen.. De diagnose wordt gesteld aan de hand van alle uitslagen van de onderzoeken en de vragenlijst.  Eventueel wordt dit nog overlegd met een longarts.

Behandelfase:
De praktijkondersteuner (casemanager) maakt samen met u en eventuele mantelzorgers het behandelplan. Zij zal u adviseren over mogelijke behandelingen en verwijzen naar andere zorgverleners zoals bijv. een diëtist, fysiotherapeut of longarts. Uw huisarts zal het behandelplan met u bespreken en vastleggen.
Het behandelplan is bij alle zorgverleners, die bij uw behandeling betrokken zijn, bekend en wordt regelmatig besproken. Zo zijn alle zorgverleners op de hoogte van wat er met u aan de hand is en hoe het gaat.

Controle en stabilisatiefase:
In deze fase is uw aandoening onder controle en uw gezondheid verslechtert niet. In de zorg spreken we dan van een stabiele situatie. Het is belangrijk dat u in deze fase onder controle blijft om ervoor te zorgen dat u stabiel blijft. Uw casemanager en de zorgverleners die bij uw behandelplan betrokken zijn, blijven kijken of alles goed met u blijft gaan. 

Bij (dreigende) terugval
Als de behandeling niet naar wens verloopt of als er andere problemen zijn, dan bespreekt de casemanager dit met u en adviseert u over mogelijke aanpassingen. Waar nodig zullen er nieuwe onderzoeken plaatsvinden. De huisarts zal de uitslagen met u bespreken en het behandelplan samen met u bijstellen.

Palliatieve fase
In de palliatieve fase is het duidelijk geworden dat geen genezende behandeling meer mogelijk is. Uw behandeling zal zich richten op verlichten of verzachten van uw klachten. Kwaliteit van leven voor u en uw naasten is van het grootste belang.

Terminale fase, stervensfase
Met de stervensfase worden de laatste dagen van het leven bedoeld. In deze fase worden u en uw naasten intensief begeleid.

Nazorg
De huisarts en andere betrokken zorgverleners blijven betrokken bij de nabestaanden voor steun en rouwverwerking.

Zorgverleners die betrokken zijn bij dit zorgpad