Zorgpad Psychische klachten

Wat zijn psychische klachten?

Iedereen is wel eens somber, gespannen of zit een tijd minder lekker in z’n vel. Iedereen maakt dingen mee in het leven die schokkend of verdrietig zijn of woede opwekken. Dat kan leiden tot slapeloosheid, angst en piekeren. De meeste mensen komen daar alleen of met hulp van familie en vrienden doorheen maar soms is meer hulp nodig.

De eerste stap is erkennen en accepteren dat er iets aan de hand is. Mensen kunnen heel lang doen of er niets aan de hand is: "Het gaat wel over, ik moet niet zeuren". Neem uw gevoelens serieus.

Signaleringsfase: Hoe herkent u psychische klachten?
Signaleren is het vernemen of zien van klachten. Uw klachten kunnen van psychische of lichamelijke aard zijn.

Dit zijn mogelijke symptomen van psychische klachten:

• U voelt zich somber en heeft nergens zin in.
• U voelt zich angstig, wanhopig en machteloos.
• U huilt veel zonder dat dit u oplucht.
• U voelt zich doodmoe.
• U heeft geen zin in eten of u eet juist heel veel
• U slaapt weinig en slecht of u slaapt juist heel erg veel
• U bent snel boos en geïrriteerd.
• U piekert veel, vaak over hetzelfde.

Diagnosefase: Onderzoeken en uitslag
De medewerkers van Gezondheidscentrum de Monden kunnen u doorverwijzen naar uw huisarts. U kunt natuurlijk ook zelf contact opnemen met uw huisarts. De huisarts zal u ondersteuning bieden om te kijken waar de klachten vandaan komen en eventueel uw bloed onderzoeken. Het kan zijn dat u samen met de huisarts eerst voor zelfhulp en ondersteuning kiest. Dit noemen we de Watchfull Waiting periode. Het kan ook zijn dat uw huisarts u voor onderzoek doorverwijst naar bijvoorbeeld een praktijkondersteuner van de GGZ, fysiotherapeut, maatschappelijk werk of wijkverpleegkundige van de thuiszorg. Zij zullen ook een vragenlijst met u doornemen. Alle uitslagen van de onderzoeken en vragenlijsten worden verzameld en aan de hand daarvan wordt de diagnose gesteld. Als de diagnose is gesteld wordt met u besproken wie uw vaste aanspreekpunt is, dit noemen we uw casemanager. Dit is bijvoorbeeld een gespecialiseerd praktijkondersteuner of de wijkverpleegkundige. Het kan ook zijn dat uw huisarts uw vaste aanspreekpunt is.

Behandelfase:
De huisarts stelt de ernst van uw klachten vast en maakt samen met u het behandelplan. Uw huisarts adviseert u  over mogelijke behandelingen en kan u verwijzen naar andere zorgverleners zoals bijv. maatschappelijk werk, de  praktijkondersteuner van de GGZ of wijkverpleging. Uw huisarts zal het behandelplan met u bespreken en vastleggen. Heeft u een casemanager, dan is deze ook hierbij betrokken.
Het behandelplan is bij alle zorgverleners, die bij uw behandeling betrokken zijn, bekend en wordt regelmatig besproken. Zo zijn alle zorgverleners op de hoogte van wat er met u aan de hand is en hoe het gaat.

Controle en stabilisatiefase:
Alle zorgverleners die bij uw behandelplan betrokken zijn, blijven kijken of alles goed met u blijft gaan. Zij zullen u op activiteiten wijzen die uw herstel ten goede komen.

Bij (dreigende) terugval
Als de behandeling niet naar wens verloopt of er zijn andere problemen dan bespreekt de huisarts of casemanager dit met u en adviseert u over mogelijke aanpassingen. Waar nodig zullen er nieuwe onderzoeken plaatsvinden. Samen met u wordt het behandelplan bijgesteld.

Zorgverleners die betrokken zijn bij dit zorgpad